|
1969 - “De
Schoof” - 2009
HET WITTE KERKJE
Het verhaal van “de witte kerk in Daarlerveen”.
De Gereformeerde kerk aan de Kerkstraat staat er niet meer.
Op 4 januari 1998 werd onder leiding van ds. Joop Dijkstra van
Vroomshoop de laatste dienst . De kanselbijbel, het Avondmaalsstel, het
doopvont en de Paaskaars, nadat de zegen voor de laatste keer was
uitgesproken, werden uitgedragen. Velen konden hun tranen niet of
nauwelijks bedwingen: hier immers was gedoopt, was belijdenis
gedaan, waren huwelijken ingezegend en hadden de woorden van troost
geklonken van het nieuwe leven, dat God heeft beloofd aan zijn kinderen:
in leven en in sterven, wij zijn altijd van de Heer en niets kan ons van
zijn liefde scheiden.
De kerk, waar jarenlang op zondagmiddag, o.a. door ds. Heersink,
belijdeniscatechisatie werd gegeven in de consistorie. Daarna mochten
dan de catechisanten voor de eerste keer aan de viering van het
Avondmaal worden meegedaan: wat een feest!
De kerk waar langzaam en voorzichtig het ritmisch zingen werd ingevoerd,
waar naast de Psalmen en de 29 Gezangen de bundel met 119 Gezangen werd
ingevoerd en nog later het nieuwe Liedboek – waar de Nieuwe
Bijbelvertaling van 1951 werd gelezen – waar de drie collecten per
dienst werden vervangen door het zgn. ene offer, de kerkenraadleden die
hun ambt met liefde vervulden, maar ook de vergaderingen van de
Vrouwenvereniging.
Herinneringen aan de fijne en sfeervolle kerstwijdingen, gevierd in de
prachtig versierde kerk met rechts van de preekstoel de kerstboom met
echte kaarsjes…, waarbij de hele gemeente, jong en oud aanwezig was,
…met als hoogtepunt het kerstverhaal!
Toch was er op die zondag in januari 1998 ook dankbaarheid: na jaren van
elke zondag gescheiden kerken, was het nu tijd om van twee van de drie
plaatselijke kerken één kerk te maken: de Hervormde Gemeente en de
Gereformeerde kerk waren het eens geworden: niet meer apart maar samen
verder! En de plaats van samenkomst zou voortaan zijn aan de Brugstraat
in het kerkgebouw van de Hervormde broeders en zusters. En dat dit een
juiste beslissing is geweest blijkt wel uit de saamhorigheid en het
enthousiasme waarmee geprobeerd wordt werkelijk kerk te zijn.
Op 20 januari 1950 werd het opvallend witte kerk aan de Kerkstraat in
gebruik genomen. Daarvoor waren er vanaf de kerkscheuring in 1944 twee
diensten per zondag gehouden in de consistorie van de Gereformeerde Kerk
Vrijgemaakt, en wel om 11.15 uur en 18.30 uur met eens per drie maanden
een Avondmaalsviering in de kerk zelf.
Deze kerk bij de brug was in 1936 geïnstitueerd onder leiding van
ds. Roelofs, predikant van de Gereformeerde kerk van Vroomshoop. Deze
“moederkerk” had een stuk grond bij de brug geschonken en in de tijd,
dat kerk en pastorie in aanbouw waren, vergaderde men in de schuur van
Kassies aan de Brugstraat. Er volgde een voorspoedige groei tot ongeveer
450 leden en vervolgens werd ds. Geuchies in het laatst van de dertiger
jaren beroepen.
Na de veelbewogen en spraakmakende kerkscheuring in 1944 besloten 12
gezinnen, samen 68 leden, niet met de Vrijmaking mee te gaan.
Toen de kerkelijke goederen door een rechterlijke uitspraak werden
toegewezen aan de Gereformeerde Kerk onderhoudende art.31, later genoemd
Vrijgemaakt, zij vormden immers de grootste groep, was de kleine
Gereformeerde kerk van Daarlerveen genoodzaakt uit te zien naar een
andere plaats van samenkomst.
Men klopte aan bij de “Deputaten gescheurde kerken”, en dat met succes
en ook door financiële hulp van de Classis Ommen werd het mogelijk aan
de Kerkstraat een nieuwe kerk te bouwen.
De houten delen van het kerkgebouw kwamen in één dag klaar, waarna aan
de afwerking kon worden begonnen. Ontzettend veel werk werd door de
gemeenteleden met veel liefde verricht.
“Waar liefde woont, gebiedt de Heer Zijn zegen”, schreef ds. Heersink,
predikant van de moederkerk Vroomshoop en dochterkerk Daarlerveen, in
zijn gedenkboek, waarbij hij dankbaar het aantal leden, 155, memoreerde.
Hij vertelt dat hij zich meteen thuis voelde in z’n kleine kerkje: het
was zo heerlijk stil tijdens de dienst. Men kon een speld horen vallen
en zo stelde hij vast: “Zulk stil zijn bevordert het luisteren en trekt
de registers open bij de prediker”.
En dat deze predikant verstand had van registers bleek wel uit het feit
dat hij en hij alleen aan de hand “van de boeken” het aangekochte
kerkorgel in elkaar zette, nadat de orgelbouwer tijdens zijn werk van de
galerij was gevallen!
In 1968 valt een historisch besluit: de Gereformeerde kerk van
Vroomshoop zal een tweede eigen predikant beroepen, wat betekende dat de
kerk van Daarlerveen zelfstandig verder zou moeten gaan. Op 11 september
1968 vond het overleg plaats en bleek dat de gemeente Daarlerveen veel
moeite had met de plannen van de moederkerk, maar begrip was er ook…
Besloten werd het predikantenruilsysteem op de zondagen voorlopig voort
te zetten, evenals de samenwerking in het zoeken naar predikanten op de
vrije zondagen en in de vakanties.
Ook zou de sinds 12 oktober 1946 uitgegeven gezamenlijke Kerkbode
gehandhaafd blijven.
Al snel werd met het beroepingswerk begonnen, omdat het afscheid,
gevolgd door het emeritaat van ds. Heersink, dichterbij kwam. Dit
afscheid van ds. en mevr. Heersink vond plaats op zondag 5 januari 1969,
na een dienstverband van 21 jaar met Vroomshoop en Daarlerveen, waarin
beiden veel voor velen hadden mogen betekenen in dienst van de Heer van
de kerk.
Daarlerveen bleef achter met een prachtige,
gloednieuwe pastorie, gebouwd als zichtbaar resultaat van o.a. een zeer
geslaagde financiële actie door mevrouw Heersink. Maandenlang was ze er
in weer en wind op de fiets op uitgetrokken om bij de leden van de
kerken, behorend tot de classis Ommen en nog ver daar buiten, te
collecteren voor de bouw van een pastorie, want, zo zei ze: “als onze
tijd voorbij is, moet Daarlerveen de nieuwe predikant iets kunnen
bieden!”
En in juli 1969 was het ds. van Loo, emerituspredikant van Sneek, die
als eerste voorganger van de zelfstandige kerk van Daarlerveen zijn
intrede deed, terwijl in de volgende jaren de pastorie werd
bewoond door ds. en mevr. Herder, ds. Oomkes en ds. en mevr. Jansma, ook
allen emerituspredikant.
Helaas slonk het ledental, wat betekende dat geen nieuwe predikant kon
worden beroepen.
Na een aantal jaren werd in het kader van het Samen Op Weg proces
begonnen met het voeren van besprekingen met de plaatselijke Nederlands
Hervormde Gemeente.
De uitkomst is bekend: sinds januari 1998 samen kerken in “De Schoof”
aan de Brugstraat!
“Looft God, Hij stuurt het schip der kerk,
dat naar de morgen vaart.
Hij is de hartslag van ons werk,
Hij houdt het welbewaard.
Lied 319,2 (Liedboek voor de Kerken)
VAN NEDERLANDS HERVORMD TOT PROTESTANT
INLEIDING
In het midden van de 19e eeuw liet de Overijsselse-Kanaal-Maatschappij
een aantal kanalen aanleggen met als doel de Twentse industrie te
bevorderen.
De sectie van Zwolle tot de Regge bij Hancate kwam gereed in 1853. Die
van Hancate tot Almelo in 1855; terwijl in 1857 het gedeelte van de
Vecht bij de Haandrik naar het kanaal Almelo voltooid werd.
De plek waar de secties op elkaar aansloten, werd “Het punt van
Separatie” genoemd, later kortweg “’t Punt”.
Hierna streken in dit gebied veel Groningers en Friezen neer die het
afgraven van het veen aanpakten. In die tijd was veen een zeer
belangrijke brandstof. Dit bracht werkgelegenheid met zich mee en zo
ontstonden er dorpjes langs het kanaal. Zo ook in het Doarleseveld. Al
gauw Daarlerveen genoemd. Hier werden ook kalkovens gebouwd en er kwam
een scheepswerf.
Het afgegraven land werd daarna in de dertigerjaren van de 20e
eeuw ontgonnen en geschikt gemaakt voor de landbouw en voedselproductie.
Velen vonden later werk in de Twentse textielindustrie.
HOE HET BEGON
Rond 1900 kerkte Hervormd Daarlerveen in Daarle waar in 1854
een kerk was gebouwd. De Boldiek, de weg naar Daarle, was in de winter
vaak heel slecht. Daardoor gingen steeds meer Daarlerveners naar
Vroomshoop ter kerke. Deze gemeente groeide gestaag en in 1909 wilde men
de kerk vergroten om zodoende aan alle arbeidersgezinnen de gelegenheid
te geven één of meer zitplaatsen te huren. Wat in die tijd heel gewoon
was. Om anderzijds bij vergroting niet met onverhuurde banken te blijven
zitten wilde men onderzoeken of Daarlerveen bij Vroomshoop kon worden
gevoegd. Van de in Daarlerveen 70 hervormde gezinnen gingen er immers
ongeveer 65 in Vroomshoop naar de kerk en slechts nog enkelen naar
Daarle.
Het Classicaal bestuur van Zwolle vroeg in september 1909 advies over
een aanvraag die door 24 manslidmaten “uit het Doarlscheveld” was
opgezonden en waarin werd verzocht Daarlerveen bij Vroomshoop te voegen.
De Vroomshoopse kerkenraad reageerde een week later in positieve zin en
wees er daarbij op dat na deze grenscorrectie het kerkgebouw juist mooi
in het midden van de vergrote kerkelijke gemeente zou staan. Als gevolg
hiervan werd Daarlerveen per 1 januari 1911 inderdaad bij Vroomshoop
gevoegd. De nieuwe gemeente telde toen 1650 zielen ( 1300 in Vroomshoop
en 350 in Daarlerveen). Sindsdien is de gemeente verder gegroeid totdat
het zielenaantal in 1920 1980 bedroeg ( waarvan 1520 in Vroomshoop en
470 in Daarlerveen).
KERKEN IN DAARLERVEEN
Toen in 1936 door de Gereformeerde gemeente, of liever gezegd de
Gereformeerde kerk in Vroomshoop besloten werd om een zelfstandige
gemeente met kerk en pastorie in Daarlerveen te stichten begon zich
onder de hervormde mensen vrij snel een wat sterker gevoel te
ontwikkelen een eigen kerk te wensen. Want vooral oudere mensen gingen
naar de Gereformeerde kerk omdat de afstand naar Vroomshoop te ver was.
De hervormden in Daarlerveen gingen zich daarop afvragen of de tijd niet
rijp was om te komen tot een eigen zelfstandige hervormde gemeente.
Financieel zagen de kerkvoogden in Vroomshoop het als een moeilijke
zaak; “Er is een geringe draagkracht”, werd er gezegd. Ze zagen dit als
een “experiment” wat toch geen blijvend resultaat kon hebben. Maar de
Daarlerveners waren optimistisch en de commissie kon in ieder geval
voortgaan met het inzamelen van gelden. Op alle mogelijke manieren werd
dit bijeen gebracht.
In de kerkenraadsvergadering van 3 juli 1936 kwam dientengevolge het
voorstel aan de orde een hulpprediker aan te stellen en een hulpgebouw
in Daarlerveen te stichten voor geregelde kerkdiensten. Het moest een
hulplokaal blijven voor de gehele gemeente. De kerkenraad was
aanvankelijk van mening dat de “grote diensten” (doop, avondmaal,
bevestiging) in de Kerk in Vroomshoop moesten worden gehouden.
EEN ECHT KERKGEBOUW
Naar verluidt was er in die tijd een Baptisten kerkje gesticht
in Daarlerveen aan ‘De Wieke’ op het perceel thans Brugstraat 31. Mede
hierdoor voelde de kerkenraad voor het voorstel een lokaliteit te huren
voor de hervormde gelovigen. Deze hielden ook al huisbijeenkomsten. Dat
dit alles meespeelde blijkt uit het volgende citaat: “Mede omdat de
actie van Dopersen in Daarlerveen aan het afnemen is en anderzijds de
afgescheiden gemeente in Daarlerveen het werk daar krachtig ter hand
gaat nemen, nu daar door hen een eigen gemeente is gevormd en een
kerkgebouw gesticht”.
Zo huurde de kerkvoogdij in oktober 1936 een leegstaand pand in
Daarlerveen. Het pand, oorspronkelijk een café en winkel, had het
voordeel dat de “gelagkamer” door het weghalen van de schuifdeuren
herschapen kon worden in een kerkzaal. Hoe primitief alles was is niet
te beschrijven ook al omdat de rest van het huis nog door twee gezinnen
werd bewoond. Achter het gebouw stond ook nog een grote landbouwschuur
van het ene gezin.
De mensen gingen naar de “kerk” hoewel het gebouw als zodanig geen kerk
genoemd kon worden.
Het pand was van de heer J.J. Vos. Het werd voor een jaar gehuurd van 1
januari tot 31 december 1937 voor fl. 130,00. Dit pand stond op dezelfde
locatie aan de Brugstraat waar het huidige kerkgebouw “De Schoof” staat.
Van de huurder Evers die hier een dorpscafé runde werd een gedeelte van
de inventaris overgenomen. Gordijnen, 3 tafels, vulkachel, kapstok en 20
stoelen voor fl. 63,00.
Verder werden 130 nieuwe stoelen aangeschaft, 4 collectezakken en een
katheder.
De regeling van de diensten enz. wordt opgedragen aan de heer Gerrits.
De heer Labrijn stelt een orgel beschikbaar en mej. Huisman was zo
vriendelijk deze tijdens de kerkdiensten te bespelen. Verschillende
dames in Daarlerveen zorgden samen voor het schoonhouden van het gebouw.
Op 3 januari 1937 was de eerste samenkomst van de hervormden in
Daarlerveen en sindsdien werd er iedere zondag dienst gehouden. In maart
1937 kwam men al tot de conclusie dat de ruimte te klein was. Gelukkig
ging de boer die er ook nog steeds woonde verhuizen en kon de woonkamer
door een muur weg te breken bij de kerkzaal worden aangetrokken. Toen
kwam er ruimte voor plm. 200 personen. Dit gebeurde met goedvinden van
eigenaar J.J. Vos en werd uitgevoerd door de heer Nijmeijer. Na het
overlijden van J.J. Vos bood zijn zoon J. Vos het pand te koop aan. Het
werd in 1938 aangekocht voor fl. 4.500,00
VAN GODSDIENSTONDERWIJZERS TOT PREDIKANTEN
In oktober 1937 werd Tj. van Sloten benoemd tot godsdienstonderwijzer
voor het winterhalfjaar, met de bepaling dat zijn werkterrein niet
uitsluitend, maar wel vooral in Daarlerveen zou liggen. Hij werd in 1938
en 1939 telkens weer voor een halfjaar herbenoemd. Bij de mobilisatie
moest hij evenwel in militaire dienst, zodat hij in september 1939 de
hervormde gemeente niet kon dienen.
Gelukkig behaalde een gemeentelid uit Daarlerveen, de heer A.K.
Telgenhof kort hierop zijn acte van godsdienstonderwijzer zodat hij in
december tijdelijk als zodanig kon worden aangesteld
Aangezien de Daarlerveners zeer op hem waren gesteld, wilden zij zijn
benoeming in 1940 gecontinueerd zien. De kerkenraad had dit graag
gedaan, maar voelde zich moreel verbonden aan de heer van Sloten, die,
nog steeds in militaire dienst in maart 1940 werd herbenoemd en na de
meidagen in Vroomshoop terugkeerde. Daarlerveen wilde liever de daar
vertrouwde plaatsgenoot Telgenhof behouden, maar deze wilde geen
aanleiding zijn tot eventuele vervelende situaties en trok zich
wijselijk terug uit de kerkelijke functies die hij als kerkenraadslid en
lid van de commissie Daarlerveen vervulde.
Het vertrouwen in de heer Van Sloten was groot, dat komt tot uiting in
het jaarlijks herbenoemen. Hij bleef daardoor tot 1 oktober 1946 de
gemeente dienen.
Na hem werd ds. Kruijf in 1946 benoemd als hulpprediker; men wilde
daarmee een tweede predikantsplaats stichten voor hervormd Vroomshoop/Daarlerveen.
Na de Tweede Wereldoorlog heeft er binnen de Nederlandse Hervormde kerk
een verrassende opleving plaats gehad. In Vroomshoop/Daarlerveen was dit
des te meer het geval door de grote stuwkracht van een rij predikanten
en het elan van de gemeente.
Het “Kerkblad der Hervormde gemeente te Vroomshoop” dat omstreeks
mei 1946 in de plaats kwam van het vooroorlogse blad laat dit zien.
Ds J. van Veen (1947-1953), (later op zijn
verzoek in Vroomshoop begraven) gaf zich volledig aan het welzijn van de
gemeente. Daarbij als mens zeer gewaardeerd kon hij zich met succes het
leveren van ongezouten kritiek permitteren. Vooral tegen dat grote deel
van de mannelijke bevolking dat zijn gevoel van eigenwaarde meer zocht
in lichaamskracht dan geestkracht en zich geneerde om aan kerkelijke
activiteiten mee te doen.
DE VERBOUWING
Op 4 november 1948 wordt het plan aangenomen ‘Het Gebouw’ zoals het nog
steeds werd genoemd te verbouwen. Tevens zou er een uitbreiding
plaatsvinden waarin de consistorie werd gevestigd. Deze verbouwing en
restauratie was dringend noodzakelijk zo werd vermeld. De heer
Schuitemaker werd gevraagd de bestaande boerderij eens te bekijken en te
bezien of er een kapelletje van te maken was. Hij schrijft later: “Bij
het ter plaatse opnemen trof ik een oude boerderij aan waarin tot voor
kort twee gezinnen hadden gewoond. Eén gezin was juist verhuisd en in de
overgebleven ruimte werden kerkdiensten gehouden. Het voorhuis werd nog
gedeeltelijk bewoond door iemand die ook kosterdiensten waarnam. Het
gehele gebouw was slap en slecht. De muren waren één steens en
halfsteens werk en sloegen door. Het mastiekdak lekte. De spanten
vertoonden spatneigingen. De vloeren waren uitgestuukt, enz. enz. Mijn
eerste advies was het gehele gebouw te slopen en een nieuw kapelletje te
bouwen. Om financiële redenen is dit niet doorgegaan. Met een minimum
aan kosten is toen geprobeerd er iets van te maken.” Maar het zal
slechts een tijdelijke oplossing zijn voor 10 tot 15 jaar en dan is het
weer mis, aldus Schuitemaker.
“Het gebouw” zoals het nog werd genoemd zag er na de verbouwing inwendig
keurig uit. Ook waren er andere ramen in geplaatst zodat het meer een
aanblik van een kerk kreeg.
En het gebouw werd eindelijk de naam “Hervormde Kapel” gegeven.
De kosten bedroegen fl. 8.470,00. De gemeenteleden moesten maandelijks
fl.1,00 per gezin extra bijdragen over een periode van 10 jaar. Deze
toezegging leverde ruim fl. 150,00 per maand op.
De architect kreeg gelijk. Zo werd in 1965 gezegd: “Het onderhoud vraagt
veel geld en zorgen. Het dak lekt en de vloeren zijn slecht. Het
onderhoud geeft geen bevrediging meer. Om moedeloos van te worden”.
Tevens vroeg het zeer actieve verenigingswerk meer ruimte.
NIEUWBOUW
In die tijd werd het initiatief genomen om te komen tot
nieuwbouw.
Ds. van der Hoek heeft hier veel voor gedaan. Hij wist samen met de
kerkvoogden hier en daar subsidie en financiële ondersteuning los te
krijgen. Architect Schuitemaker maakte het ontwerp voor een nieuwe kerk.
Het moest een gebouw worden met een dubbele functie. De kerkruimte zou
als kerkzaal en toneelzaal gebruikt kunnen worden. Hierdoor werd in
Daarlerveen aan tweeërlei behoeften tegemoet gekomen.
Het moest geen besloten eenheid worden maar een open kerk, een
ontmoetingscentrum.
Met heel veel zelfwerkzaamheid door gemeenteleden en inzet op allerlei
gebied werd een nieuwe kerk gebouwd voor een bedrag van
fl. 180.000,00.
De eerste steen werd gelegd op 14 december 1968 door Ds. W. van der Hoek
en kreeg de tekst uit Psalm 61 : 5a “Laat mij in uw tent voor altoos
vertoeven”.
Op 2 november 1969 werd de nieuwe kerk in gebruik genomen.
De ondernemers die betrokken zijn geweest bij de bouw van de kerk bieden
een plastiek aan welke voorstelt de tekst uit Hebreeën 11 : 10 “ ….omdat
hij (Abraham) uitzag naar een stad met fundamenten door God zelf
ontworpen en gebouwd”.
Het ontwerp van dit plastiek was van architect Schuitemaker.
Het kunstwerk werd gemaakt door de plaatselijke smid Johan Evers. En is
in de kerkzaal op de muur aangebracht.
NAAR ZELFSTANDIGHEID
Tijdens een gemeenteavond in het voorjaar van 1990 werd door
gemeenteleden de wens uitgesproken om een zelfstandige hervormde
gemeente te vormen. Deze wens werd door de kerkenraad overgenomen en zij
besloot een serieus onderzoek te doen naar de mogelijkheid hiertoe. De
begroting viel positief uit en de vraag om als een zelfstandige
hervormde gemeente verder te gaan werd bij de bevoegde instanties
neergelegd. De gemeente telde 770 leden waarvan 370 belijdende leden 280
doopleden en 120 geboorteleden.
Op 1 januari 1991 werd de Hervormde Gemeente Daarlerveen een feit. De
kerkenraad werd bevestigd en ds. W.M. van Wingerden werd consulent tot
er een predikant zou worden beroepen en bevestigd. Van Hervormd
Vroomshoop kreeg de nieuwe zelfstandige gemeente een kansel-Bijbel als
aandenken aan precies 80 jaar samenwerking.
EEN EIGEN PREDIKANT
Het beroepingswerk verliep nogal moeizaam mede doordat er geen pastorie
beschikbaar was. Om in deze behoefte te voorzien werd er een pastorie
gekocht aan de Gozem Gritterstraat.
Na enkele teleurstellingen voor de beroepingscommissie nam ds. W.M. de
Bruin het op hem uitgebrachte beroep aan. Hij werd bevestigd en deed
intrede op 25 juli 1993 als eerste predikant van de Hervormde gemeente
Daarlerveen.
Het verenigingsleven vanuit de kerk bloeide op. Naast de twee
vrouwengroepen waren er verschillende jeugdclubs. Een kinderkoor liet de
klanken van 23 kinderstemmen horen en ook werd een gospelgroep
opgericht. Daardoor was er steeds vaker gebrek aan ruimte. In 1994
besloot de kerkenraad hiervoor een oplossing te zoeken. Het kerkgebouw
werd gerestaureerd en uitgebreid met twee zalen beneden.
‘SAMEN OP WEG’
In de 70er jaren was er al regelmatig contact tussen de hervormde
gemeente en de Gereformeerde kerk in Daarlerveen. Er werden
vergaderingen gehouden met afgevaardigden van de kerkenraden. En er werd
voorgesteld om jaarlijks enkele diensten samen te houden.
Dat enkele jongeren in die tijd een vooruitstrevende blik hadden blijkt
uit de volgende anekdote: Op oudejaarsavond zijn tijdens de kerkdiensten
de fietsen van de gereformeerde kerkgangers verwisseld met die van de
hervormde kerkgangers. Dat gaf na de dienst behoorlijk wat consternatie.
Het was een drukte over en weer en er werd heel wat afgepraat bij de
brug. Aan enkele fietsen ging een kaartje met het opschrift: “Zo gaan
jullie samen het nieuwe jaar in”.
Op 11 januari 1990 besloot men jaarlijks tien kerkdiensten samen te
houden. Het volgende jaar werden het er twintig. De kerkenraden vonden
dat het ‘Samen-op-weg’ proces moest doorgaan en de beleidspunten werden
besproken.
In oktober1994 werd er een SOW-stappenplan gemaakt.
Ten eerste een intentieverklaring om te komen tot een federatie. Dit
betekende: Het erkennen dat beide gemeenten zich geroepen voelen tot
samenwerking vanuit de Bijbel en het geloof in Jezus Christus.
Er kwam één kerkblad voor beide kerken. De catechisatie aan de 16+ groep
zou in het seizoen 1995-1996 worden samengevoegd.
De vergaderingen voor diaconie, kerkvoogdij, ouderlingen en de jeugdraad
werden samen gehouden en men streefde ernaar tot verdere samenwerking te
komen voor zending en evangelisatie.
In november kwam de Gereformeerde kerk met de vraag of ds. de Bruin de
pastorale zorg in hun gemeente op zich wilde nemen. Hier werd positief
op gereageerd door zowel ds. de Bruin als de hervormde kerkenraad.
Met ingang van januari 1997 werden de avonddiensten samen gehouden.
Beide kerken spraken de wens uit samen verder te gaan in een brede
interkerkelijke samenwerking.
Per 1 januari 1998 werd de “Federatie van de Gereformeerde kerk en de
Hervormde Gemeente” een feit. Op zondag 4 januari werd ’s morgens om
half tien door beide kerken afzonderlijk afscheid genomen van “onze oude
manier van kerk-zijn” zoals het is omschreven. In grote lijnen werd
dezelfde liturgie gevolgd. Om 19.00 was er een bijzondere dienst, geleid
door ds. J. Dijkstra en ds. W.M. de Bruin, ter gelegenheid van het
besluit tot federatie.
Deze dienst vond plaats in de tot dan toe hervormde kerk waar vanaf dat
moment beide gemeenten ‘samen op weg’ gaan. Voor velen een emotioneel
moment met een lach en een traan.
Het karakteristieke gereformeerde witte kerkje werd later verplaatst
naar de Geerdijk waar het weer een kerkelijke functie kreeg in een
evangelische gemeente.
Een paar jaar later kreeg het kerkgebouw een naam en wel “De Schoof”.
Door gemeenteleden voorgedragen. Met als betekenis: “De korenaren
samengebonden tot een schoof, verwachtende de oogst”. Een prachtige
verwerking hiervan siert de muur van de kerkzaal.
Zodra de mogelijkheid zich voordoet wordt de federatie omgezet in een
fusie. Met ingang van 2005 wordt het “Verenigde Protestantse gemeente
Daarlerveen”
EEN NIEUW ORGEL
Bij de bouw van de kerk was het de bedoeling dat het orgel boven de
ingang achterin de kerkzaal zou worden geplaatst. In die tijd ontbraken
hiervoor de financiële middelen en kwam er voorin de kerkzaal naast de
preekstoel een wat kleiner orgel. Toen de beide gemeenten ‘Samen op weg’
waren gegaan en de mogelijkheid zich voor deed is na een kleine
aanpassing op de daarvoor bestemde ruimte een mooi groter orgel
geplaatst. Het is een Flentrop orgel uit 1959. Deze had jaren dienst
gedaan in de Eudokiakerk in Enschede. Het werd op 7 maart 2004 in
gebruik genomen in een speciale dienst. Alle aan de kerk verbonden
organisten lieten hun muzikaal talent horen.
Maar de zoon van de orgelrestaurateur, spande de kroon met de uitvoering
van een zevental muziekstukken van bekende componisten.
NIEUWE PASTORIE
Toen in 1999 de mogelijkheid werd geboden om een nieuwe pastorie te
bouwen in het nieuwe plan aan de Gozem Gritterstraat werd besloten de
voorgaande pastorie te verkopen en tot nieuwbouw over te gaan van een
ruime vrijstaande woning op een mooie locatie.
Na het vertrek van ds. W.M. de Bruin in mei 1999, deed op 27 februari
2000 ds. J.R. Smit intrede in de gemeente. De pastorie was als eerste
woning in het nieuwe plan klaar. Doch straatverlichting ontbrak nog en
lag er nog noodbestrating met veel modder. Het was even afzien voor de
fam. Smit maar later konden zij genieten van een nieuw huis op een
prachtige locatie aan de Gozem Gritterstraat.
Nadat ds. J.R. Smit met emeritaat is gegaan, en elders is gaan wonen,
komt ds. K.A. Hazeleger om de Protestantse Gemeente in Daarlerveen te
dienen. Hij wordt op 14 oktober 2007 bevestigd in het ambt van predikant
en doet intrede.
In november 2009 telde de Protestantse gemeente van Daarlerveen bijna
800 leden en wordt geleid door een fulltime predikant; ds. K.A.
Hazeleger. Hij vindt veel gehoor in de gemeente en de zondagse diensten
worden goed bezocht. Tijdens bijzondere diensten moeten er in de
consistorie of beneden zalen maatregelen worden getroffen omdat de
kerkzaal te klein is.
Een functioneel kerkgebouw, een mooie pastorie en een goede financiële
positie zorgen ervoor dat de gemeente met vertrouwen verder kan gaan.
Dit is een korte weergave van 100 jaar geloven en kerken in Daarlerveen,
van Hervormd en Gereformeerd naar Protestant, samen op weg de toekomst
tegemoet.
De geschiedenis houdt nooit op!
Moge deze plek in de toekomst een schuilplaats zijn voor hen die, net
als Abraham, onderweg zijn naar de stad met fundamenten door God zelf
ontworpen en gebouwd.
Levend vanuit de Bron, als één volk, dat als korenaren is samengebonden
tot een schoof, verwachtende de oogst.
LIJST VAN PREDIKANTEN
In de tijd dat Hervormd Daarlerveen een deelgemeente was van Vroomshoop:
Ds. J.W. Schipper |
1950 - 1956 |
Ds. H. Hoekstra |
1956 - 1961 |
Ds. J.W. van der Hoek |
1962 - 1969 |
Ds. J. Weernekers |
1969 - 1973 |
Ds. J.G. van der Vlist |
1974 - 1981 |
Ds. W.M. Rikin |
1982 - 1984 |
Ds. Jac. Kraima |
1985 - 1989 |
Ds. H. van Wingerden |
1990 - bleef in Vroomshoop als
2e predikant |
Op 1 januari 1991 Zelfstandige
Hervormde Gemeente Daarlerveen.
Op 1 januari 1998 Federatie van Gereformeerde Kerk en Hervormde
Gemeente.
Op 1 januari 2005 Protestantse Gemeente Daarlerveen.
Ds. W.M. de Bruin |
1993-1999 |
Ds. J.R. Smit |
2000-2005 |
Ds. K.A.
Hazeleger |
2007-2013 |
Ds. M.A. Bos |
2014- |
Predikanten van de
Gereformeerde Kerk
Ds. B. Geuchies |
1936 – 1945 overgegaan naar de
vrijgemaakt Gereformeerde Kerk |
Ds. H.J. Heersink |
1948 – 1969 in combinatie
met Vroomshoop |
Ds. E.N. van Loo |
1969 – 1973 em. predikant
in tijdelijke dienst |
Ds. H. Herder
|
1974 – 1976 em. predikant
in tijdelijke dienst |
Ds. E.J. Oomkes |
1977 – 1982 em. predikant
in tijdelijke dienst |
Ds. J. Jansma |
1982 – 1985 em. predikant
in tijdelijke dienst |
Ds. M. Meijerink |
1989 – 1992 em. predikant
in tijdelijke dienst |
|